Bleken koningen en vorsten in een droevige droom
Ik zag ook bleke koningen en prinsen. Blekke krijgers, dood-blek waren ze allemaal; Ze riepen: Heb je in de slavernij! ' Ik zag hun verhongerde lippen in de duisternis, Met een vreselijke waarschuwing, En ik werd wakker en vond mezelf hier, Aan de koude kant van de heuvel. En daarom verblijf ik hier. Alleen en bleek rondhangend, Hoewel de saai uit het meer is verdord, En geen vogels zingen.

Gabriel